Een mooi project..

10 december 2017 - Nkoranza, Ghana

Voor het eerst in een paar weken weer een update vanuit Ghana. De afgelopen weken heb ik voornamelijk genoten van het leven hier en mij met andere dingen bezig gehouden; het waren ook vooral rustige weken waarin niet al te veel is gebeurd, behalve het normale programma.

Het wordt nu weer eens de hoogste tijd om te laten weten dat ik nog steeds leef.

Dit verhaal zal ik vertellen over een project dat we afgelopen week hebben bezocht. Het project is een ‘outreach- project’, wat inhoudt dat mensen buiten PCC- Hand in Hand gaan om mensen te vertellen over lichamelijke en geestelijke beperkingen, een voorlichting zeg maar. Dat is hier nog echt nodig. Een voorbeeld: één van de kinderen waar ik hier special attention mee doe vindt het heerlijk om te wandelen en even iets anders te zien dan de wereld binnen de compound en zijn school. Dus elke dag gaan we even lekker wandelen, vaak richting het ziekenhuis bovenaan de heuvel, wat een wandeling is van 5-10 minuten. Voor die jongen voelt het alsof hij even in een hele andere wereld komt en wordt hij oprecht gelukkig mee.

Maar bovenaan die heuvel worden we aangekeken alsof ik een duivelskind mee heb genomen, worden we weggekeken en lopen mensen snel door zonder te groeten. Vandaag ging dat al iets beter en zwaaiden mensen soms zelfs even, maar over het algemeen is het dat we bijna weggekeken worden. En dat is dan hier net om de hoek, dus laat staan wanneer zoiets verderop in Ghana gebeurt. Het is dus nodig om voorlichting te geven aan mensen om te vertellen dat mensen met een geestelijke handicap niet eng zijn en mensen met een lichamelijke handicap ook normaal kunnen functioneren.

De dag begon dan al vroeg en met een paar kinderen van hier zijn we naar een dorp/stadje gereden, hier een minuut of 20-30 vandaan. Als ik het goed heb heet het Donkro Nkwanta, een naam die ik altijd vergeet. De bedoeling was om eerst een paar mensen te ontmoeten en daarna een voetbalwedstrijd te houden tussen de kinderen van een basisschool daar en de kinderen die door ons waren meegenomen. De bedoeling van de dag was om toestemming te krijgen van de ‘locale autoriteiten’ om een buurthuis te mogen renoveren om daar mensen met een beperking in te laten samenkomen en leuke dingen te laten doen.

Toen we aankwamen hebben we inderdaad bij een huisje zitten wachten op mensen die zouden gaan komen en na een tijdje werden we geroepen om mee te gaan naar de chief van de gemeenschap.

(Dit stuk moet even tussendoor: in Afrika, dus ook in Ghana, is het net even anders geregeld als je iets wil. Hier ga je niet naar een gemeenteraad om het verzoek in te dienen om een buurthuis te mogen bouwen en openen om na een aantal werkdagen een antwoord te krijgen. Hier ga je naar de chief, die is aangesteld door een soort van erfrecht en die man beslist dan alles wat er binnen zijn gemeenschap gebeurt. Het is eigenlijk een soort van koning van een gemeenschap en bij alles wat je gedaan wil krijgen of wanneer je een vergunning wilt hebben voor iets (een optocht, een huis bouwen, een project starten), moet je naar die chief toe en daar op audiëntie).

Na een wandeling van een paar minuten met vele blikken naar ons van de plaatselijke bevolking (het is natuurlijk best een bezienswaardigheid met ongeveer 5-6 beperkte mensen, drie mensen van PCC en 2 blanken door het centrum te lopen naar de chief), kwamen we daar aan. En alles wat je van Afrikaanse koningen kan bedenken klopt ook echt: een ietwat dikkere kale man met een omslagdoek kwam aanlopen om op zijn troon (een echte troon) te gaan zitten in zijn huis vol lelijke kunst van wilde dieren. Toen hij binnenkwam moest iedereen gaan staan en hem, met een knieling, een hand te geven om te bedanken dat we op audiëntie mochten komen van hem. Daarna ging alles in het Twi en kon ik er weinig meer van maken, behalve dat halverwege de koning- moeder nog binnenkwam om iets te overleggen. Na een minuut of 10 waren we klaar, was er toestemming geregeld door de mensen die mee waren en konden we weer weg, niet zonder nog een hand te hebben gegeven en even met de chief gepraat te hebben. Hij zit inmiddels al 26 jaar op de troon en zal er vast ook zijn als PCC eind december zijn jubileum heeft.

Het was wel bijzonder om te zien hoe de beslissingen hier gemaakt worden en dat een chief/ koning hier zoveel macht heeft, in het grootste huis woont, terwijl de huisjes om zijn huis heen dan nog halve krotten zijn. Ergens klopte dat niet, maar wie ben ik om er iets van te zeggen.

Bij terugkomst van de chief waren er al meer beperkte kinderen gekomen vanuit Donkro Nkwanta zelf en hebben de kinderen kennis gemaakt en werd er wat verteld in het algemeen, waarna een wandeling door het dorp gepland stond naar de basisschool toe. De chief had een afgevaardigde meegestuurd die een oogje in het zeil moest houden. Deze man nam zichzelf serieus, had een te groot pak aan (zo’n legeruniform, maar dan 3 maten te groot, kon eigenlijk gewoon écht niet) en een foute snor. Hij liep op kop om de route aan te geven en we begonnen met allemaal maar te wandelen. Heb er nog wel filmpjes en foto’s van gemaakt, maar die zijn te groot om nu up te loaden, dus die komen als ik weer in Nederland ben.

Luid zingend, klappend en in een parade liepen we door het stadje heen, bekeken door iedereen en na verloop van tijd met een hoop nieuwsgierige kinderen achter ons aan lopend. Moet er wel  bij zeggen dat wij als blanken toch de meeste aandacht kregen van iedereen, alsof dat heel bijzonder was.

Maar toen we bij de school kwamen, begon het pas echt..

Ik had begrepen dat we naar een basisschool zouden gaan, maar hier hebben ze plaatsen waar kinderen van hun 3e/4e jaar tot hun 18e naar toe gaan, dus behalve de basisschool is er ook een middelbare school, en soms ook zelfs een university bij, dus meerdere scholen en niveaus bij elkaar. Dat was hier ook het geval, in allemaal verschillende kleuren schooluniformen.

Bij aankomst stonden er al een paar kinderen in blauwe uniformen te kijken (de basisschool dus), maar toen ze door kregen dat er blanken bij waren, waren ze helemaal niet te houden. In het begin viel het nog wel mee en stonden er een paar om ons heen. Ondertussen was ik even bezig om een jongen te helpen met zijn schoenen te wisselen naar voetbalschoenen (die jongen is lichamelijk beperkt en spreekt moeilijk, de kinderen sprongen echt opzij toen hij aankwam uit een soort van angst, dus ben naar hem toe gegaan en geholpen), toen ik opstond waren we letterlijk omsingeld door rijen basisschoolleerlingen, 4-5 rijen dik, die allemaal stonden te kijken naar mij en de blanken en de jongen die ik hielp. Eenmaal uit de omsingeling moesten we naar de kleedkamers toe en de ‘blauwe zee’ volgde ons daarnaartoe, heel nieuwsgierig kijkend. Het ging niet meer om de beperkte mensen, maar om de blanken die té interessant waren voor hen. In het begin is dat nog wel even leuk,maar na een tijdje is het gewoon vervelend.

Bij die kleedkamers aangekomen gingen de voetballers naar binnen en moesten wij, als blanken, de leraren van de school ontmoeten die hun kans schoon zagen. En weer die honderden ogen op ons gericht. Terug de kleedkamer in voor wat rust, daarna naar buiten door de ‘blauwe zee’ heen die zich opende als een zwerm muggen en daarna direct zich weer sloot rondom ons.

En maar vragen stellen hoe we heten, hoe oud we zijn, huid aanraken en snel wegrennen. Bij het veld stonden we weer omsingeld door kinderen in het blauw die allemaal wat wilden.

(de wedstrijd, waarom het ging, was allang aan de gang, maar velen letten er helemaal niet op). Constant aangeraakt worden, tegen gepraat worden, steeds weer die oogjes op je voelen priemen en bij elke stap kwamen er weer nieuwe kinderen aan. Het hield gewoon echt niet op.

Na een tijdje viel het de begeleiders ook op en werden de kinderen weggestuurd en konden we enigszins ademhalen en genieten van waar we voor gekomen waren.

Na afloop van de wedstrijd eigenlijk hetzelfde verhaal: weer een meeting met de leraren en met enkele ouders dit keer, die kinderen hebben met een beperking. Het ging, wat me later verteld was, over dat nieuwe gemeenschapshuis en wat dat voor het stadje kon betekenen en wat ze eraan hebben.

Rond half 12 zat alles erop en konden we teruggaan. Het was weliswaar maar een ochtendje, maar zelden zó kapot geweest na een ochtendje werken.

Al met al was het wel een nuttige dag: het outreach- project heeft nog tijd nodig om echt vruchten af te werpen, maar als dat huis er straks is en de kinderen kunnen er wonen, kunnen ze daar goed terecht en leren de mensen ook om te gaan met mensen met een beperking. Ook wat betreft de school: ook al hebben ze niet veel van de kinderen gezien, ze hebben wel kennis gemaakt met dat soort kinderen en wie weet zijn die basisschoolkinderen over 10-20 en later niet bang voor beperkte mensen en komt er wel een bewustwording voor. Het was goed om eens mee te maken.

4 Reacties

  1. Wout Alserda:
    10 december 2017
    Weer een pracht verhaal. Bijzonder, lijkt me, om dat allemaal mee te maken. Nog veel plezier de komende weken!
  2. Dineke visser:
    10 december 2017
    herken het verhaal van alle aandacht voor blanke mensen, had soms schaamte op zo n moment omdat ze je hoger waarderen. Er is nog een lange weg te gaan voor acceptatie van mensen met een beperking maar jullie hebben een stapje in de goede richting gedaan. Je langste tijd zit erop of denk je aan een verlenging?
  3. Martha Alserda:
    11 december 2017
    Sander, ik heb weer genoten van je verhaal en zag het voor me. Vooral de handdruk...ik zie je gewoon ongelukkig kijken. Maar het is wel bijzonder om mee te maken! Dat vergeet je niet zo snel.
  4. Marjan:
    11 december 2017
    Eindelijk weer een update! Ik miste je verhalen al. iig heeft dit verhaal mij weer n beetje doen ontdooien van de fikse sneeuwstorm. Geniet nog maar lekker van t zonnetje en alle mooie en bezijndere dingen om je heen. Groeten uit t mooie ❄️Bredaase Brabant 😃