Mens en Maatschappij (zonder foto's)

14 oktober 2017 - Nkoranza, Ghana

De komende dagen wil ik opnieuw mijn blog in twee delen gaan doen, omdat ik de afgelopen week weer veel beleefd heb en dat lastig is om in 1 deel te doen. Ik wil de komende blogs laten gaan over religie en over het verschil in culturen en omgangsvormen die er zijn en waar ik toch stiekem al best veel over geleerd heb.

Om te beginnen even een kleine update: heb deze week voor het eerst het programma met special attention gedaan, waarbij ik 6-7 kinderen elke dag begeleid met van alles en nog wat; dat kan verschillen van een half uurtje kleuren tot aan voetballen tot aan memory spelen en liedjes zingen met kleurpotloden in mijn hand. Na die eerste week was ik helemaal kapot, maar ik verwacht dat dat de komende weken wel beter zal gaan worden en het steeds beter gaat ‘passen’. Verder is het hier regenseizoen en komt er soms een moesson omlaag met vooral heel veel onweer. Heel soms valt de elektriciteit uit. Op dit moment komt de regen ook met bakken uit de hemel zetten.

Er is deze week ook een groep mensen uit het noorden van Nederland gekomen om een huis te helpen bouwen; zij liever dan ik met deze temperaturen. Alles rommelt lekker door hier, maar ben wel heel blij dat het nu even weekend is.

Goed, de afgelopen week ben ik veel bezig geweest om het land te leren snappen, de mensen te leren kennen en te ontdekken hoe het hier allemaal werkt. Al snel blijkt wel dat met een open houding mensen echt naar je toe komen en alles willen vertellen of hun eten willen delen (hier kijken ze, vind ik, nogal op tegen blanken, dus dan is het al heel wat voor hen dat ik ’s ochtends de dingen met hen mee- eet. Vanmorgen was er dan een speciale maaltijd, omdat de eigenaresse van het project jarig is, met warme chocolademelk (die ze hier dan ‘thee’ noemen, geen idee waarom), met brood en gebakken ei. Prima maaltijd, kunnen we het prima op doen, dus ik heb gewoon meegegeten. Kwam de kokkin (typisch Afrikaanse keukenmoeder) daarachter, dus mee naar binnen en kon krijgen wat ik wilde, hoeveel ik wilde, niks was te gek. Op die manier ben ik al beetje aan het ontdekken geslagen. Een ander deel van de cultuur is de religie, daar kunnen ze hier geen genoeg van krijgen, dus ben al meerdere malen meegevraagd om naar de kerk te gaan. Waarover later meer. Met de Ghanese eigenaar praat ik veel over de gebruiken hier en de zogenaamde ‘tribe-marks’ en hoe de Ghanezen denken en doen. Het is hier een goed teken als je meegevraagd wordt om mee te gaan naar hun kerk, naar hun community.

Langzaamaan merk ik dat de caregivers doorkrijgen dat ‘de blanken’ geen bedreiging vormen en komen zij ook meer los om hun verhalen te vertellen en zich zowaar kwetsbaar op te stellen en groeit dat vertrouwen. Met de één praat ik over de (on)mogelijkheden om te kunnen studeren in Ghana, met de ander over de kinderen die hier wonen en met een ander is het gewoon lekker aanklieren. Uiteindelijk heb je allemaal hetzelfde doel en kom je elkaar weer steeds tegen.

Het vreemde is dat die caregivers wel aan mij willen laten merken en laten zien dat ze zich bijvoorbeeld niet lekker voelen of vooral heel moe zijn of hoofdpijn hebben, maar dat niet aan de dokter hier willen laten merken, misschien toch een teken van zwakte hoe ze dat zien. Een mooi voorbeeld: vorige week sprak ik tijdens mijn introductierondje met een vrouwelijke caregiver, super aardige meid. Ze is betrokken bij de autistische leerlingen, is zelf rustig en verstandig en komt goed over. Deze week zag ik haar zitten als een hoopje ellende. Toen ik tijdens de disco eens vroeg wat er was bleek het hele erge hoofdpijn te zijn. Meteen even goed laten drinken en aangeraden om naar de dokter te gaan. Met veel pijn en moeite is het gelukt en was ze weer beter. Waarschijnlijk gevalletje ‘ibuprofen erin, half uurtje wachten en klaar’. De stap om aan te geven dat het niet goed gaat, is er niet.

Later deze week praatje gemaakt met een mannelijke caregiver. Hij vertelde mij dat hij ziek was en vermoedelijk malaria had. Dus opnieuw aangegeven dat hij toch echt naar een dokter zou moeten gaan om zich te laten behandelen. Wanneer ik voor hem naar de dokter ga en zeg wat er scheelt, krijg ik te horen dat het hun eigen verantwoordelijkheid is en ze niks kunnen doen. Ja, daar sta je dan dus. In de middag kwam ik hem dan tegen en ging hij met een kruidenbrouwseltje het proberen op te lossen. Uiteindelijk weet nu dus nog niemand, behalve ik, dat hij mogelijk malaria heeft. Zo kan ik ook nog wel een tijdje doorgaan. Ik kan er ook niks mee doen, maar het tonen van zwakheid zit er niet in bij de Ghanezen.

Een ander mooi verschil tussen de Nederlandse en de Ghanese manier van doen kwam gisteren met een excursie van een school uit een stadje hier dichtbij. In Nederland zijn we gewend om bij een excursie alles goed voor te bereiden, leerdoelen te formuleren, de leerlingen uit te dagen en hen een goede en leerzame dag te geven. Groep verdelen, verschillende routes of dingen laten zien en aan het eind van de dag (of dag erna) alles bespreken wat er gebeurd is.

Net toen ik hier de poort uit wilde lopen om een meisje met Down-syndroom op te halen van de school hier achter, ging de poort open en kwam een bus met 100 studenten de poort in rijden. Ter illustratie: lichamelijke handicaps zijn normaal hier en kan je echt alles over leren en opzoeken. Geestelijke handicaps zijn onduidelijk en hebben die leerlingen alleen nog maar over gelezen. Ze weten bijvoorbeeld hoe een autistisch iemand kan doen, maar hebben er dan nog nooit één gezien. Dus, hier een excursie bij Hand in Hand zou ideaal zijn om die kinderen eens te zien en veel te leren. Op het moment dat die bus open ging, begon het allemaal: iedereen in uniform, telefoons in de handen, oordopjes in, de begeleidende docenten gingen ervan door (liepen er ineens 100 studenten zonder een doel rond). Terwijl ik stond te kijken en stond te praten met de leraar van de school hier, kwamen die studenten erachter dat er een blanke rondliep en moest ik met iedereen op de foto. Het kon dan ook gebeuren dat het ‘onopvallend’ gebeurde en een groep met hun rug naar mij toe stond en ik dan op de foto zou komen, dus heb ik ze maar blij gemaakt en mee op de selfie gegaan. Tot mijn verbazing deden de leraren van de school hierachter er ook vol aan mee, terwijl zij blanken gewend zijn.

Nadat de studenten klaar waren met de selfies, gingen ze verder naar de kerk hier (grote rotsen, zal proberen binnenkort foto’s te maken) waar de kerkdiensten voor de kinderen zijn en daar begon het grote deel2 van de selfie- ronde en het laten zien hoe leuk het was, zonder iets te zien.

Uiteindelijk waren 2 studenten zo slim om meer te willen zien, dus die heb ik nog even rondgeleid en laten zien hoe ze hier met de kinderen omgaan en hoe de ruimten ingedeeld zijn. En daar kwam toen toch een vreemde gewaarwording voor mij, als ‘getest-autist’: ze leerlingen wilden autisten zien. Zoals in de dierentuin je kan gaan naar de beren, de zeeleeuwen, de leeuwen of de tijgers, wilden zij ‘naar de autisten’. Uiteindelijk aan tafel zaten ze daar te eten en mochten ze daar nog even meekijken en vragen stellen.

Verder was het de hele dag een enorme puinhoop qua excursie en planning en alles, totaal niet voor te stellen hoe je een potentieel super nuttige excursie voor die studenten verpest voor hen. Het was zó zonde en vreemd om te zien.

Ghanezen hechten ook heel erg aan hun families, dorpen en hun tribes, de oude stammen. Wanneer je hier door de stad loopt, is het eigenlijk wel wenselijk om iedereen te groeten, zowel bij aankomst als bij weggaan. Ook in winkels is dat hier normaal. Je begint met een hand, zegt wat je nodig hebt en aan bij het weggaan geef je weer een hand en dan ben je welkom. Praten in hun taal is ook prettig om te kunnen, maar verder dan enkele woorden kom ik niet, maar dan nóg merken ze dat je het probeert en dat vinden ze al fantastisch. Heb hier de verhalen gehoord over Duitsers die hier naartoe kwamen en zich niet inleefden in de gewoontes en de taal niet wilde spreken, maar zich in slecht Engels wilden redden en dat beeld over hen is gewoon slecht hier. Wanneer je zegt dat je uit ‘Holland’ of ‘Nederland’ komt, dan gaan ze mensen toch al wat meer lachen en zijn er zoveel meer mogelijkheden. Dus in de tussentijd heb ik de halve Ghanese keuken al geprobeerd door caregivers, de Afrikaanse moeder en andere vrouwen die in een pan staan te roeren, heb ik met Ghanezen voetbal gekeken op hun kamer, heb ik met de leidinggevenden hier gepraat over de Ghanese geschiedenis en de tribe-marks.

Heel kort: vroeger was Ghana verdeeld in koninkrijkjes en om te laten zien wie bij welke stam hoorde, kregen pasgeboren baby’s een snee in hun wang. Die snee groeit dicht en dan heb je een litteken op je wang staan. Aan de stand van dat litteken kunnen de Ghanezen zien waar je vandaan komt uit het land en welke taal je spreekt. Tegenwoordig is die traditie min of meer aan het uitsterven, omdat het ook discriminatie in de hand werkt. Wanneer een kind in een overheidsgebouw wordt geboren, zoals een ziekenhuis of zoals hier in de community, krijgen ze geen tribe-mark mee.

Tot zover het lesje Ghanese geschiedenis en maatschappij. Geen huiswerk dit keer. Het is lastig om een goed beeld te geven, misschien staat het her en der een beetje rommelig, maar het is dan maar zo. Later dit weekend wil ik het nog hebben over religie, waarbij ik ook toch de omgangsvormen moet gaan benoemen. Voor nu weer genoeg. Ik blijf me vooral lekker verbazen en verwonderen hier!

Foto’s

2 Reacties

  1. Wout Alserda:
    15 oktober 2017
    Weer een leuk en vooral een leervol verslag. Zo kom je nog eens iets te weten.
  2. Marjan:
    16 oktober 2017
    Zo te horen leer je al om je open op te stellen naar onbekende.. Snelle leerling ben jij ;) Have fun!