We zijn verder begonnen, deel2!

7 oktober 2017 - Nkoranza, Ghana

Zoals beloofd zal ik van de eerste dagen mijn blog in twee delen vertellen. Deel 1 over de reis hiernaartoe staat al online, dus komt nu deel 2 en in dit deel zal ik vertellen wat ik hier doe en hoe mijn eerste dagen zijn geweest.

Op het moment van schrijven zit ik aan de tafel die ook op één van de foto’s te zien is, voor mijn deur buiten, hoor ik de vleermuizen lawaai maken en roept de moskee op tot gebed (waarover straks meer).

We kwamen na die enorme reis dus aan hier rond 18 uur en het geluk was echt dat de Nederlandse eigenaren hier ook zijn deze periode. Dan kan je toch even je eigen taal praten en het eten stond al klaar en allemaal prima geregeld. Ook daarbij geen idee wat ik kon verwachten van de kinderen die er rondlopen en hoe zij zouden reageren, maar direct na binnenkomst door de gate kwamen er 2-3 op ons af, gaven direct een hand en een knuffel en heetten ons letterlijk welkom. Wel apart gevoel, om dan een wildvreemd  kind met een beperking die je dan, als blanke, direct een enorme knuffel geeft. Zij wilden ook meelopen naar de kamers om de bagage weg te brengen, dat mocht uiteraard. Dus had ik na een paar minuten al meteen twee kleine handjes in mijn hand en liepen we naar de vrijwilligershuisjes, waar ik de grootste kamer (met twee bedden) uitzocht en dat is nu mijn plaats.

Maar dan over het werk. Heel kort het project samengevat: hier op de compound (die serieus groot is) wonen 80-100 ‘kinderen’ met een beperking en/ of handicap. Nu kom je hier niet zomaar binnen, maar moet die handicap dermate groot zijn dat ze bijvoorbeeld door hun familie verstoten zijn. Ook geloven ze hier heel erg in slechte geesten, dus als een kind niet helemaal volgens hun wensen geboren is en ze kijken naar een auto en die auto verongelukt, dan is het de schuld van de slechte geesten en wordt zo’n kindje in het bos achtergelaten of ergens op een busstation (zie vorige blog wat dat is) achtergelaten met een zakje met wat kleren en gaan de ouders er snel vandoor. Vanmiddag kreeg ik mijn programma met welke kinderen ik hier ga begeleiden en dan is van veel van die kinderen niet bekend wanneer ze geboren zijn en hoe oud ze zijn, omdat familie óf dood is óf onvindbaar.

Als dat het geval is, kunnen die kinderen hier komen wonen en vaak blijven ze hier hun leven lang, omdat er geen verdere opvang voor hen is. Daarom zei ik al ‘kinderen’, want er lopen ook volwassen mensen rond tot een leeftijd van ongeveer 50 die hier niet meer weggaan, maar desondanks toch een goed leven hebben.

De handicaps zijn echt heel verschillend: er lopen kinderen rond met (zwaar) autisme, met motorische stoornissen, spastische kinderen (en dan echt erg spastisch), kinderen met het syndroom van Down en kinderen die niet kunnen praten en zich dus niet kunnen uiten wat ze willen.

Dus er komt dan na zo’n eerste dag écht veel op je af. De echte zorg hoef ik niet te doen. Er zijn hier per 2 tot 4 kinderen een caregiver. Dat zijn veelal jongeren die hier werken en voor hun doen een goed salaris ontvangen en verzekerd zijn. Dat doen ze een aantal jaren, omdat ze willen gaan studeren aan de universiteit. Probleem is dat het studeren hier in Ghana echt heel erg duur is en je eigenlijk meerdere partijen nodig hebt om een studie te kunnen doen. Ik heb nu een aantal verhalen gehoord van die caregivers en dan zie ik de passie dat ze arts willen worden of docent en dat ze daar echt heel erg gelukkig van worden, maar dat de kans dat dat gaat lukken gewoon heel klein is en dat is wel moeilijk om te zien en te voelen.

Die caregivers hebben een kleine opleiding gehad om hier te mogen en kunnen werken, maar hebben alles ook uit moeten zoeken hoe alles werkt en doet, zij zijn dan ook echt verantwoordelijk voor die kinderen. Het communiceren met de kinderen doen ze niet echt en daarom zijn de westerse vrijwilligers en gasten ook welkom, zodat de interactie met de kinderen er ook is. De kinderen zelf vinden dat geweldig en zo hebben we van beide partijen er iets aan: wij leren van hen en zij leren onbewust ook door die interactie met de kinderen wat ze ermee kunnen doen.

Daarnaast heb ik ook de luxe dat ik bewakers voor de deur heb zitten. Niet omdat het gevaarlijk is hier, maar er is ooit eens ingebroken en westerse, witte mensen zijn toch een belangrijke inkomstenbron, dus zit er elke avond 1 of 2 bewakers voor de deur. Nu zit er ook één naast mij, met de naam Joseph, een hele aardig man en hardwerkend bovendien. Voor hem is het ook een goede manier om genoeg geld te verdienen en zich te onderhouden. Voor Ghanese begrippen is het echt goed geregeld. Joseph zit naast me en is mij goed aan het bewaken, maar hij ziet voor het eerst een laptop met letters die erop dansen; hij zit dan echt gefascineerd te kijken hoe dat werkt. Waar je in Nederland gewoon niet zonder een computer of laptop kan, is dat hier nog een nieuw iets. Ik moest dan denken aan een verhaal dat de wasmachine net was gekomen in Nederland en mensen ervoor zaten te kijken hoe de was rond en rond en rond ging. Zo zit Joseph naast mij te kijken.

Het is onbegrijpelijk dat die kinderen toch, ondanks hun handicap en moeilijkheden, die liefde geven aan anderen en positief blijven. Ik kwam de tweede dag vanuit huis en had nog een rustig programma om eens rond te kijken en ik was nog niet op de centrale ruimte en had meteen 3-4 kinderen om mijn middel hangen die allemaal wilden knuffelen en me wilden bekijken en tegen me praatten en mee wilden sleuren. Dan is het nog een kleine groep, dus dan ga je er maar tegen praten, ondanks dat de meesten er toch niks van verstaan, maar dat maakt niet uit. Die kinderen merken en voelen denk ik toch snel genoeg of iemand te vertrouwen is en maken dan heel gemakkelijk contact. Nu kan het ook helpen dat de ervaringen die die kinderen hebben veroorzaakt zijn door zwarte mensen, waardoor witte mensen alleen maar ‘goed kunnen doen’. En wanneer die kinderen van elkaar zien dat het goed is om met de blanke mee te lopen, gaan anderen het ook doen en kan er zelfs een strijd ontstaan wie de aandacht krijgt. En die strijd heb ik al meerdere malen meegemaakt.

Dit is bijvoorbeeld wat er vanmorgen gebeurde: bij het eten geven van de kinderen kwam ik aanlopen en kreeg al meteen een knuffel van een jongen met een spasme, maar die het geweldig vindt om mij te zien, daarna komt er een beer van een jongen met het syndroom van Down aan, zegt niks en pakt mijn hand en loopt mee. Vervolgens komt een meisje met klompvoeten en halfzijdig verlamd aan die niet kan praten, maar alleen geluiden maakt, en ze begint tegen me te zingen met enorme pretogen (dus dan doe je maar mee), de jongen met Down kijkt stoïcijns voor zich uit, dan komt de jongen eraan die ik altijd eten geef, die alleen in een karretje kan rondrijden (vertel ik meer over straks) die ook even wil knuffelen en tot slot komt de grootste autist op me af lopen, kijkt me in mijn ogen en roept hard ‘papa’ of in zijn woorden ‘dada’ tegen me en valt tegen me aan. Dan heb ik dus in een wandeling van 3 minuten naar de eetplaats al minimaal 5 kinderen die allemaal aandacht willen en krijgen en wat willen zeggen. Dan ben je dus wel wakker.

Er is ook een programma, die samengesteld is door de eigenaren en de ‘care director’; dat is een Ghanese arts, die in het ziekenhuis hier werkt, maar wel al die kinderen kent en weet wat ze nodig hebben als de Nederlandse eigenaren weg zijn. Ook een super aardige man. In de eerste dagen heb ik vooral veel gekeken en gepraat met de caregivers en gekeken welke kinderen goed reageren op me en welke niet, op basis daarvan is een programma  gemaakt en is ook bekeken welk kind ik ga helpen met eten. De keuze daarvan is gevallen op James. James is een hele aardige jongen van een jaar of 7-8 (denken ze hier), die zijn benen niet kon bewegen toen hij hier kwam wonen. Hij is vermoedelijk prematuur geboren en heeft dus achterstanden qua taal en groei en zijn benen werken nog niet mee. Hij is echt klein (ik denk amper een meter groot), kan moeilijk slikken bij het eten en heeft beugels nodig wanneer hij een beetje kan staan, maar wel een hele vrolijke jongen; hij kan dan ook alles met dat karretje.

Ik help hem nu 3 dagen met eten, door met een lepel hem het eten te geven en mee te praten en hij reageert er heel erg goed op. Hij eet ook echt goed en begint zelfs al terug te praten tegen me. Hij eet niet zo snel als de andere kinderen dat doen, maar hij eet nu wel zijn bord leeg en wil dan vaak nog wat meer en hij geeft aan wat hij wel en niet wil doen. Maar elke keer als ik hem zie, komt er een enorme lach op zijn gezicht en praat hij terug, dus dat is super leuk en fijn om te zien. Ik ga hem nu ook beter begrijpen bij wat hij denkt en wil en doet. Maar het kan ook gebeuren dat ik ergens rondloop bij een groep en James aan komt rollen en mee wil doen, zoals bij de disco vanmiddag, dan staat hij ineens met een klein handje en loop ik met hem rond te dansen en te doen en is hij helemaal blij. Vandaag ging James tekenen met een andere Nederlandse vrijwilligster en zat ik even ergens anders, werd geroepen en had hij een kleurplaat voor me ingekleurd. De strijd tussen voor wie die kleurplaat was ging tussen de eigenaar Albert en mij. En ik heb gewonnen. Nu had ik al een lijst liggen om in mijn wc te hangen in Breda, maar wist nog niet wat erin te stoppen. Deze kleurplaat gaat erin, met een fotootje van James erbij.

Een ander meisje heeft een bipolaire stoornis, maar gaat helemaal lachen als ze mij ziet. Dan gaat ze van hangen in een hoek naar een dikke knuffel geven. Het is een meid die een week niet heeft gegeten en dan erg is afgevallen, maar nu aan het aansterken is, maar voelt dat het goed is wat we (Nederlanders) doen, dus ze is helemaal happy ermee.

Je ziet dat de kinderen zich vertrouwd gaan voelen met de mensen die ze net kennen en dat ze zich echt helemaal openstellen, zonder een stuk be- en veroordeling. Als het niet goed voelt als persoon, komen ze ook niet naar je toe, maar als het maar een beetje goed voelt, dan geven ze zich ook volledig en dat is mooi om te zien.

Komende week ga ik beginnen met het programma om 6-7 kinderen individuele begeleiding te geven, als bijvoorbeeld lezen en tekenen, maar ook een bal overgooien of gewoon zitten en kijken wat er gaat gebeuren en ga ik verder met kleine James wat beter te leren lopen.

Ik maak dagen die beginnen om 7 uur met een wandeling met kinderen. Officieel heb ik er één, maar in de praktijk klontert de hele gemeenschap wel een keer om me heen, loopt weer weg en komt weer terug. Dan tot een uur of 1730 zijn we bezig, waarbij de kinderen driemaal te eten krijgen en wij de dag afsluiten rond 1830, na ons eten. In de weekenden ben ik vrij, maar ben je stiekem toch best bezig met die kinderen en is het ook niet heel rustig.

 Ondertussen heb ik mijn vaderschapsskills ook al verbeterd en weet ik sinds vanmiddag dat een shirtje aantrekken bij een kind in de volgorde arm-arm-hoofd moet en niet andersom en hoe je tegen kinderen kan praten. Allemaal hele nieuwe dingen waar je dan toch even een masterclass in krijgt. Het gaat hier veel meer om gevoel dan om verstand. Dat is zó anders, maar wel goed. Ik hoop dat ik dat vol kan houden wanneer ik weer terug ben en dat hele rationele weg blijft.

Dit is slechts een klein deel van het leven hier en ik kan nog zoveel meer vertellen over hoe de mensen hier leven en denken en hoe het ruikt en voelt hier. Vooruit, nog een laatste ding: de bewaker naast me heeft een katapult liggen met een aantal stenen erbij. Mocht iemand over de muur klimmen, dan kan hij met die katapult iemand gaan raken. Ik weet niet wanneer de laatste katapult bij de Nederlandse politie is weggedaan, maar het is hier dus zo erg anders.

Vandaag heb ik met een paar caregivers nog Oeganda- Ghana gekeken, tussen hen en hen in hun eigen taal en met een kind die zich meteen tegen me aandrukte. Bijzonder om eens mee te maken, ik was meteen welkom.

Vooruit, een laatste verhaal: hier in Ghana doen ze niet zo moeilijk over geloof. Je bent gelovig, dat is een zekerheid, maar wát je gelooft en naar welke kerk je gaat, dat mag je allemaal zelf weten. In de stad waar ik zit, Nkoranza, is bijvoorbeeld een moskee, maar ook christelijke kerken. Het loopt hier allemaal door elkaar heen. De jongen met wie ik vanmiddag voetbal heb gekeken is moslim, maar niet zoals wij dat kennen, met gewaden, en hij doet niet moeilijk over schoenen aan of uit of welk geloof je bent. Hij gaat naar de moskee en wij gaan naar een andere kerk en zo is het dan. Voor morgen heb ik afgesproken om naar de kerk te gaan, met de eigenares, de andere vrijwilliger hier en vier kinderen. Dan gaan we lekker het dorp in en duurt de dienst een uur of drie en mag je in- en uitlopen wanneer je wil. Alles kan en alles mag hier, zolang je elkaar maar respecteert en ik denk dat dit een mooi einde is van dit deel 2. Ik heb lang niet alles kunnen vertellen, omdat het gewoon téveel is om te kunnen begrijpen en bevatten. Dat komt een volgende keer.

Voor nu lekker slapen en wees lief voor elkaar!

Van reisblog naar fotoboek
Laat een prachtig fotoboek afdrukken van je verhalen & foto's. Al vanaf € 21,95.
reisdrukker.nl

2 Reacties

  1. Dineke visser:
    7 oktober 2017
    Nou Sander je bent daar wel helemaal op je plek zo te zien, Wat geweldig dat de kinderen daar nog vol vertrouwen zijn en zo gemakkelijk contact maken. Mooi dat je ze ook beschrijft dan zie ik ze voor me. Ook lekker slapen en ben benieuwd naar je kerkdienst.
  2. Cindy Yahyaoui:
    7 oktober 2017
    Prachtig om te lezen Sander! Kijk alweer uit naar het vervolg!